Gefilterde pipettips spelen een cruciale rol bij de verwerking van laboratoriummonsters, en hun poriegrootte heeft in veel opzichten een diepgaande invloed op de efficiëntie van de monsterverwerking.
Kleinere poriegroottes, zoals 0,2 micron, kunnen effectief voorkomen dat kleine onzuiverheidsdeeltjes, bacteriën, virussen en andere verontreinigingen de pipet binnendringen. Bij het verwerken van biologische monsters, zoals celkweekvloeistof en nucleïnezuurmonsters, kan dit de zuiverheid van het monster garanderen en voorkomen dat onzuiverheden de daaropvolgende experimentele resultaten verstoren. Omdat deze kleine verontreinigingen, zodra ze in het monster terechtkomen, de groeitoestand van de cel kunnen beïnvloeden, vals-positieve of vals-negatieve resultaten kunnen veroorzaken bij het testen van nucleïnezuren, enz. Kleinere poriegroottes kunnen echter weerstand ondervinden bij het opzuigen van sommige monsters die macromoleculen of een hoge viscositeit bevatten. , waardoor de aspiratiesnelheid wordt verlaagd en dus de algehele efficiëntie van de monsterverwerking wordt beïnvloed. Bij het verwerken van monsters die een grote hoeveelheid eiwitpolymeren bevatten, kan een te fijne poriegrootte er bijvoorbeeld voor zorgen dat het eiwit aan het filtermembraan adsorbeert, waardoor de pipetpunt verstopt raakt, waardoor frequente vervanging van de pipetpunt nodig is en dit tijd en moeite kost. bronnen.
Integendeel, een grotere filterporiegrootte, zoals 5 micron, is voordeliger voor sommige relatief zuivere monsters die alleen voorafgaande filtratie vereisen. Het kan snel monsters absorberen, de absorptietijd verkorten en de verwerkingscapaciteit verhogen. Als er bij grootschalige monsterscreeningsexperimenten minder onzuiverheden in het monster zitten, kan de operator met een filtertip met grotere poriën meer monsters per tijdseenheid verwerken. Deze grotere poriëntip heeft echter een slecht filtereffect op kleine verontreinigende stoffen en voldoet mogelijk niet aan de behoeften bij experimenten met extreem hoge eisen aan de monsterzuiverheid.
De selectie van een geschikte filterporiegrootte hangt af van de specifieke experimentele vereisten en monsterkarakteristieken. Als er een genetisch testexperiment met hoge precisie wordt uitgevoerd, kan een filtertip met kleinere poriën de eerste keuze zijn; terwijl bij de voorlopige detectie van sommige industriële microbiële fermentatiebouillons een grotere poriepunt geschikter kan zijn. Ons bedrijf levert filterpipettips met een verscheidenheid aan specificaties voor filterporiegrootte, die kunnen voldoen aan de uiteenlopende behoeften van monsterverwerking in verschillende laboratoria. Met zijn hoogwaardige filtermembraanmateriaal en nauwkeurige controle van de poriegrootte verbetert het effectief de efficiëntie van uw monsterverwerking en experimentele nauwkeurigheid.