Hoe kan ik de nauwkeurigheid van de universele pipettip van 5 ml/10 ml garanderen bij het pipetteren en overbrengen van vloeistoffen?
Het garanderen van de nauwkeurigheid van de
Universele pipetpunt van 5 ml/10 ml bij het absorberen en overbrengen van vloeistoffen is een cruciaal onderdeel van experimentele operaties. Hier volgen enkele belangrijke stappen en overwegingen om de nauwkeurigheid te garanderen:
Kalibratiecontrole: Voer regelmatig kalibratiecontroles uit op de pipettip om er zeker van te zijn dat de hoeveelheid vloeistof die deze absorbeert en vrijgeeft, voldoet aan de vooraf ingestelde normen. Dit kan worden bereikt door vergelijking met een bekend volume vloeistofmonster.
Correcte bediening: Bij gebruik van de pipettip moeten de gebruiksaanwijzingen strikt worden gevolgd. Zorg ervoor dat de pipetpunt verticaal in de vloeistof wordt geplaatst om onnauwkeurigheid bij het aspireren als gevolg van kanteling of een onjuiste hoek te voorkomen. Tegelijkertijd moet bij het vrijgeven van vloeistof een stabiele beweging worden aangehouden om fouten te voorkomen die worden veroorzaakt door te snel of te langzaam zijn.
Vermijd luchtbellen: Let er bij het opzuigen van vloeistoffen speciaal op dat er geen luchtbellen ontstaan. Luchtbellen kunnen ervoor zorgen dat er minder vloeistof wordt aangezogen, wat de nauwkeurigheid beïnvloedt. Zorg er daarom voor dat de pipettip volledig in de vloeistof is ondergedompeld en langzaam zuigt om het ontstaan van luchtbellen te voorkomen.
Vloeistofviscositeit en -temperatuur: Vloeistoffen met verschillende viscositeiten en temperaturen kunnen de opname- en overdrachtprestaties van de pipettip beïnvloeden. Daarom moet u vóór gebruik de kenmerken van de vloeistof begrijpen en de bedieningsmethode aanpassen of indien nodig een geschikte pipettip kiezen.
Houd hem schoon: De reinheid van uw pipetpunt heeft ook een aanzienlijke invloed op de nauwkeurigheid ervan. De pipetpunt moet regelmatig worden gereinigd om te voorkomen dat verontreinigingen en resten het aanzuigen en overbrengen van vloeistoffen verstoren.
Correct gebruiksbereik: Elke pipettip heeft zijn specifieke zuig- en overdrachtsbereik. Tijdens het gebruik moet u ervoor zorgen dat de hoeveelheid opgezogen vloeistof binnen het toepasselijke bereik van de pipettip valt om de nauwkeurigheid ervan te garanderen.
Voorkom kruisbesmetting: Bij het hanteren van meerdere monsters moet erop worden gelet dat kruisbesmetting wordt voorkomen. Gebruik een wegwerppipettip of reinig en desinfecteer een herbruikbare pipettip na elk gebruik grondig om nauwkeurigheid bij elk monster te garanderen.
Samenvattend kan de nauwkeurigheid van de 5 ml/10 ml universele pipetpunt worden gegarandeerd bij het absorberen en overbrengen door regelmatige kalibratie, correcte werking, het vermijden van luchtbellen, aandacht besteden aan vloeistofeigenschappen, het handhaven van reinheid, het juiste gebruiksbereik en het vermijden van kruisbesmetting. vloeistoffen.